Naast de dit voorjaar gebouwde “Low-Tech” prototypes is het ook de bedoeling dat er binnen de PPS een High-Tech prototype wordt ontwikkeld en in de praktijk getest. Hiervoor vond op 19 juni een eerste bijeenkomst plaats in Bleiswijk met enkele consortiumpartners, die de belangrijkste onderdelen van een nieuw prototype gaan leveren. Denk hierbij aan de drijvers, de daadwerkelijke kas en de teeltsystemen.

Allereerst werden de belangrijkste randvoorwaarden benoemd waaraan een dergelijke kas zou moeten voldoen. Denk hierbij aan schaalbaarheid, automatisering, klimaatbeheersing, arbeidsomstandigheden en een robuuste constructie die zowel in zoet als zout water kan liggen. Op basis hiervan ontstonden de eerste ideeën over hoe een dergelijke kas er in de praktijk uit zou komen te zien. Ter inspiratie werden de onderzoeksfaciliteiten van WUR-Glastuinbouw in Bleiswijk bezocht. Met het nodige aan ideeën en vooral ook huiswerk gingen de aanwezigen weer huiswaarts.

Gesloten systeem
Het prototype van het drijvende eiland in Almere is een gesloten systeem. Dat betekent dat het water voor de teelt gescheiden blijft van het water waar het in ligt. “Zo kun je de voeding en andere condities beter controleren en beïnvloed je de omgeving niet”, legt Saria uit. Had het dan niet net zo goed aarde kunnen zijn waar je in teelt? “Nee, een heel groot oppervlak aarde beweegt veel minder mee dan een groot oppervlak water. Het zou veel moeizamer gaan dit op een wateroppervlak te leggen.” 

Lessen uit eerste oogst
De eerste oogst van paksoi, stamslabonen, bloemkool en tomaat is helaas mislukt. Er bleek te weinig zuurstof in het water. De pioniers weten inmiddels waar het aan lag en kunnen dat een volgende ronde bijsturen.